Over Multi Traffic Points, HVO, elektrificatie en de uitdagingen van de energietransitie

Het is niet de eerste keer dat het familiebedrijf een grote transitie meemaakt. In de jaren 60 ging Nederland in tien jaar tijd van huisbrandolie naar gas. Het bedrijf speelde daar op in door de overstap te maken naar wegvervoer en benzinestations. Inmiddels beheert het bedrijf zestig tankstations in Noord-Holland en Friesland.

Marion: ‘Nu zitten we wederom in een grote transitie. Die van fossiele naar groene energie. Deze energietransitie – met bijbehorende regelgeving en uitdagingen voor ons en onze klanten – is een van de redenen dat ik in het bedrijf ben gestapt. Na dertig jaar werken bij verschillende internationale ondernemingen, ben ik in 2020 gestart bij ons familiebedrijf. Ondertussen was AVIA Marees onder leiding van mijn broer(tje) doorgegroeid naar een mooi bedrijf van serieuze omvang. Ik werd er financieel directeur en verantwoordelijk voor new business zoals elektrisch laden. Mooi dat ik mijn expertise nu voor AVIA Marees in kan zetten.’   

Alles onder één dak
Naast alle tankstations zet AVIA Marees breed in op elektrisch vervoer met het eigen merk AVIA VOLT. Daarnaast zijn ze leverancier van duurzame brandstoffen en zijn er tal van carwashlocaties onder het eigen merk Washking. Marion. ‘We zetten momenteel vol in op Multi Traffic Points (MTP). Een MTP is een groot station waar je kunt tanken, laden, wassen en verblijven. Bovendien is er ruimte om meerdere soorten brandstof aan te bieden. MTP Zevenhuis bij Zwaag is daar een heel mooi voorbeeld van. Naast een tankstation zijn daar allerlei eetfaciliteiten. Alleen een carwash ontbreekt nog, maar daar wordt nu hard aan gewerkt. Er komt een Washking-faciliteit met 4 roll-overs en 14 wasboxen, inclusief enorme kelders voor waterrecycling en zonnepanelen op het dak. We denken dat kleine tankstations op termijn gaan verdwijnen. Daar is te weinig plek voor alle ontwikkelingen vanuit de energietransitie, zoals het aanbieden van laadpalen en andere duurzamere brandstoffen.’

Depot voor HVO-opslag
‘Er komen steeds meer hernieuwbare brandstoffen op de mark, gemaakt van bijvoorbeeld afvalstromen of gebruikt frituurvet. Deze HVO, wat staat voor Hydro-Treated Vegetable Oil, wordt tijdens het proces behandeld met waterstof. Deze hoogwaardige brandstof bespaart wel 80 tot 90 procent CO2 en verkopen wij onder ons merk HVO ecosave DIESEL. Onze grotere tankstations bieden HVO 100 aan. In Kolhorn hebben we een groot depot waar we diesel én HVO opslaan. We maken zelf blends, zoals de veel voorkomende HVO20. Dat is 20 procent HVO en 80 procent diesel. Iets duurder dan gewone diesel, maar veel beter voor de planeet.’

Elektrische vrachtwagens
Marion vertelt verder: ‘De komende jaren kunnen we echt fors verduurzamen als vrachtwagens op HVO (blends) gaan rijden. Er wordt ook vol ingezet op elektrificatie. Maar binnen tien jaar is echt niet alles elektrisch; we hebben nu al enorme netcongestie. Een pittige uitdaging dus. Maar er komt een omslagpunt dat het goedkoper is om elektrisch te rijden dan op diesel. Als bedrijf moet je daar wel klaar voor zijn. Misschien dat je nu, als je gaat voor een nieuwe vrachtwagen, nog kiest voor diesel, maar hoe zit dat over vijf jaar? Wij hebben een rekentool waar we samen met de klant kunnen berekenen wanneer dat omslagpunt komt, waarbij we rekening houden met verschillende scenario’s.’

Grootste uitdaging
De opslag van HVO en diesel, AVIA VOLT, batterij opslag, energie management systemen; alles vloeit volgens Marion voort uit de energietransitie. ‘Het biedt kansen en tegelijkertijd is het onze grootste uitdaging. Zijn we er klaar voor? Welke kant gaat het precies op? Zo leek waterstof vijf jaar geleden heel beloftevol, maar de prijs ervan stijgt alleen maar. Tegelijkertijd zien we dat elektrische auto’s en batterijen steeds beter en goedkoper worden. Dus is het afwachten welke van alle ontwikkelingen het snelste gaat. Maar duidelijk is wel dat er zoveel innovatieve kracht los komt door deze transitie. Dat maakt ons werk heel interessant. Voorlopig zullen er wel meerdere oplossingen naast elkaar blijven bestaan. Nee, saai is het nooit.’