Home | Lectoraat maakt studenten enthousiast voor composiet
Rogier Nijssen, lector composiet op Hogeschool Inholland
In Noord-Holland Noord hebben composietbedrijven zich verenigd in het composietcluster. Zij zijn de drijvende kracht geweest achter het ontstaan van het lectoraat bij Hogeschool Inholland, dat onder de noemer ‘Inholland Composites’ samenwerkt met het team van het composietenlab van Inholland in Delft. Rogier Nijssen is de lector composiet. Hij is eindverantwoordelijk voor de onderzoeksprojecten, geeft les in het vak materiaalkunde aan derde- en vierdejaars studenten van verschillende opleidingen en ondersteunt studentonderzoekers bij het opzetten en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. Het lectoraat is bedoeld als link tussen onderwijs en bedrijfsleven. “Ik moet mijn voelsprieten uithouden op de vragen vanuit de branche en daar ons programma op aanpassen. De link met het Ontwikkelingsbedrijf NHN is daarin belangrijk. Ook zij horen en zien de behoeftes die het regionale bedrijfsleven heeft.”
Aandacht maakt alles mooier, weet ook Nijssen. “Jongeren kennen het materiaal composiet nauwelijks. Het is voor hen een ‘ver van hun bed show’. Maar iedere student die iets met de energietransitie of constructies gaat doen in zijn loopbaan, krijgt er vroeg of laat mee te maken. Dus moeten ze weten wat de sterke en zwakke punten zijn, welke toepassingen het heeft en waarop ze moeten letten bij de verwerking. We geven ze zoveel mogelijk kennis mee om de springplank naar het bedrijfsleven zo makkelijk mogelijk te maken. Dat doen we tijdens de lessen en tijdens de onderzoeksprojecten die we zelf bedenken of uitvoeren in opdracht van het bedrijfsleven. De focus ligt hierbij op toepassingen en gebruik van composieten waar winst wordt behaald ten opzichte van ‘ouderwetse’ materialen op het gebied van gewicht, energiegebruik en operationele duurzaamheid.”
Meedoen met de onderzoeksprojecten van het lectoraat is een vrijwillige keuze van de studenten. Er haken ieder studiejaar gemiddeld 10 studenten aan die iets met composieten doen. “Studenten doen dit naast hun onderwijsprogramma’s, bijvoorbeeld als stage of afstudeeronderzoek. Ze hebben in ons lab onder meer de beschikking over 3D-printers, lasersnijmachines en testfaciliteiten. Wat we tijdens het praktijkgericht onderzoek leren en ontdekken, laten we ook weer terugkomen in de lessen. Een van onze docenten civiele techniek, Koert Dingerdis, is bijvoorbeeld bezig met een promotieonderzoek bij Inholland Composites en de TU Delft naar gedrag van lijmverbindingen in composieten. Hij laat studenten data verzamelen en hun resultaten worden daadwerkelijk gebruikt in zijn studie. Dat maakt het gaaf.”
En zo zijn er legio andere voorbeelden van onderzoekstrajecten waaraan de studenten werken of hebben gewerkt, vertelt docent onderzoeker Mark Wokke die de studenten in de werkplaats begeleidt. “Vorig jaar heeft een van onze studenten voor Smit Composite uit Purmerend een smart putdeksel ontwikkeld: een putdeksel van composiet, die is voorzien van sensoren waarmee de hoogte van het rioolwater wordt gemeten. Ook hebben studenten werktuigbouw, luchtvaarttechnologie en technische informatica samen onderzoek gedaan naar de inzet van drones om composiet windturbinebladen op zee te kunnen repareren. Een ander groot en spannend onderzoeksthema voor de studenten zijn ‘structural batteries’. Composiet bestaat uit verschillende lagen vezels en hars. Sommige harsen kun je modificeren, zodat ze elektriciteit kunnen geleiden. Wat als je het chassis van een auto fabriceert van zo’n composiet met een geleidende harssoort? Dan zou in theorie het hele chassis als een batterij kunnen functioneren en ben je af van de zware accu’s in elektrische auto’s. Je zou er ook elektrische vliegtuigen mee kunnen bouwen. Met die hypothese zijn we nu aan het snuffelen.”
Ieder onderzoeksthema wordt getoetst aan een paar voorwaarden: is het aansprekend, actueel, maatschappelijk gedreven en kunnen er zoveel mogelijk studenten van verschillende opleidingen tegelijkertijd aan werken? Het doel is studenten zelf alles te laten doen, van de berekeningen, tot het bouwen van testopstellingen en het analyseren van de resultaten, benadrukt Nijssen. “We zijn sinds kort ook aan het flirten met de opleidingen van agri, food en lifesciences voor het verwerken van plantaardige vezels in composiet en het ontwikkelen van materialen die je in hun groei kunt sturen, zoals mycelium. Dan zou je geen mal meer hoeven maken. Samen met de studenten onderzoeken we wat zo’n materiaal aan nieuwe ontwerpmethodes in zich heeft en wat de potentie is. Al is dit vooralsnog filosofisch en abstract, het is wel heel leerzaam.”
Surfboard en fietsframe
Vanaf dit jaar zitten het lamineerlab en innovatielab van het lectoraat composiet naast elkaar. Een droom die is uitgekomen voor Wokke. “We hebben nu goede faciliteiten waarin studenten alles ter beschikking staat wat ze nodig hebben om leuke dingen te laten ontstaan. Ze kunnen nu bijvoorbeeld zelf mallen maken voor hun projecten, zoals een surfboard opgebouwd uit een biobased composiet. Heel gaaf is ook de student die zelf een carbon fietsframe heeft gebouwd en daarmee heeft meegedaan aan de Ironman in Hoorn. Hij werd tweede in zijn leeftijdscategorie. Zo’n resultaat werkt net zo motiverend voor mij als docent!” Ook Nijssen wordt gelukkig als hij het enthousiasme ziet bij zijn studenten. “Als ik de glinstering in hun ogen zie als iets lukt en ze de klik maken in hun hoofd, dan word ik daar heel blij van. We hebben een team om trots op te zijn.”
Niet alleen in omvang, maar juist ook op het vlak van maatschappelijke impact. Of het nu gaat om financiering, huisvesting of gewoon een klankbord om je ideeën aan te spiegelen.